Vanaf het allereerste begin is de nadruk gelegd op het verankeren van de pabo in Rotterdam en omgeving door te verbinden met het werkveld en andere hogescholen. Dit streven is voortgekomen uit de overtuiging dat de opleiding nauw verbonden moet zijn met de basisscholen, waar het vak van leraar echt tot leven komt. Door een voortdurende pendel tussen theorie en praktijk, zowel binnen de pabo-opleiding als op de scholen, ontstaat een continu proces van leren en ontwikkelen. Deze verbondenheid met de omgeving staat centraal in de filosofie van Thomas More Hogeschool. Daarom onderhouden ze sterke banden met de schoolbesturen waarmee ze samenwerken en zorgen ze ervoor dat studenten niet alleen in aanraking komen met de lesstof, maar ook met leraren die al aan het werk zijn en schoolleiders. Dit bevordert een goede integratie tussen het beroep en de opleiding.
Ton Groot Zwaaftink, voorzitter van het College van Bestuur van Thomas More Hogeschool:
Vanaf het begin hebben we benadrukt dat onze pabo niet alleen draait om het behalen van een diploma. Onze pabo is er om studenten te vormen, zodat zij van betekenis kunnen zijn voor de kinderen in Rotterdam en daarbuiten.
Foto: links: Ton Groot Zwaaftink, voorzitter van het College van Bestuur van Thomas More Hogeschool. Rechts: Dorothee van Kammen, directeur en lid College van Bestuur van Thomas More Hogeschool.